‘Door je te verbinden aan een plek, oefen je in thuis zijn.’

Annemarthe Westerbeek is lid van de lokale A Rocha-groep Utrecht.

Illustratie: Marianne de Fouw

Vijf jaar geleden begon ik samen met twee anderen een lokale groep van A Rocha in Utrecht. A Rocha Nederland is een christelijke natuurbeweging voor mensen met een groen hart. Met lokale groepen zetten we ons in voor biodiversiteit en steken we onze handen uit de mouwen.

Toen ik met A Rocha Utrecht begon, was mijn hart al wel groen maar was ik nog helemaal niet zo overtuigd van deze manier van werken. Ik dacht: er is toch veel meer mogelijk dan alleen maar met elkaar in een stuk natuur aan het werk gaan? En lang niet iedereen is daarvoor te porren. Nee, wij gingen het anders doen want we wilden een bredere groep mensen in Utrecht en in de Utrechtse kerken aanspreken, en een groter bereik hebben. We organiseerden inspiratieavonden, stiltewandelingen en cleanups met Utrechtse kerken in hun eigen omgeving.

Tot twee jaar geleden, toen we met een betrokken groep mensen een kijkje gingen nemen op wat we nu ‘ons land’ noemen. Klaas-Hemke, die al lang bij A Rocha Nederland betrokken is, kwam met de suggestie om met elkaar eens hier in dit stukje natuur te gaan kijken. Eigenlijk kwam dit voorstel precies op het goede moment, omdat de energie om cleanups te organiseren was verdwenen en we merkten dat het lastig was om mensen en kerken te motiveren om daaraan mee te doen.

Bij aankomst zagen we dat het gebied volstond met bramen, brandnetels en omgevallen bomen. Maar eenmaal te midden van het hoge riet, in een veld vol wilde orchideeën, werd ik direct verliefd op dat stukje grond. Het voelde als een warm welkom. Nu, twee jaar later, ga ik nog steeds met veel plezier naar ‘ons land’ toe. We hebben het een naam gegeven: Dwelfsloot − naar de restanten van een historische sloot in het gebied. Ik zie mijn kinderen daar genieten als ze in bomen klimmen, kikkers en padden vangen, of kletsnat worden van de sloot of het natte land. Mensen die elkaar normaliter niet tegen zouden komen, gaan met elkaar aan het werk en hebben mooie, betekenisvolle gesprekken. De oudste van onze groep is boven de zeventig en de jongste nog geen twee. Verschillende generaties samen aan het werk. In de zomer was een van mijn kinderen aan werk met Piet, een nieuwe vrijwilliger. Ze hadden even kennisgemaakt en gingen samen aan de slag. Ik luisterde hun gesprekje af: ‘Weet jij hoe deze lange paarse bloemen heten?’ vroeg Piet en ik hoorde aan zijn stem dat hij verwachtte van niet. Maar het tegendeel bleek: ‘Ja, dat is kattenstaart!’ riep mijn zoontje dolenthousiast. Samen leren, van de natuur en van elkaar, dat is van onschatbare waarde en dat gebeurt zomaar op een zaterdagochtend op ‘ons land’.

‘Je verbinden aan een lokaal stukje grond’ − mijn blik hierop is radicaal veranderd. Je verbinden aan een plek is een oefening in thuis zijn, in zorgen voor én samen met anderen − het is een oefening in weer opnieuw leren houden van wat gegeven is. Het verbindt je met de schepping, met de ander én met God.

Deze tekst is ook verschenen in het boek ‘Samen genieten van genoeg’. Theanne Boer maakte met behulp van enthousiaste denkers en doeners een inspirerend boek over het gedachtengoed van Martine Vonk en de uitwerking daarvan in de praktijk. Of je nu in een woongroep of in een rijtjeshuis woont: samen genieten van genoeg kan overal en altijd. 

Vegetatiekartering op Schor Alteklein

Sinds 2020 houd ik mij beroepsmatig met het karteren van vegetatie bezig. Dat bracht mij op het idee om adoptiegebied Schor Alteklein op Tholen – waar ik dichtbij woon en vanuit A Rocha Zeeland als beheerder bij betrokken ben – qua vegetatie in kaart te gaan brengen.

Door Wijnand Lammers, A Rocha Zeeland

Afbeelding 1. Luchtfoto van schor Alteklein bij Tholen. Hierop zijn verschillende vegetatieklassen te zien (O. Hoornweg)

Wat is een vegetatie?

Planten groeien niet zomaar willekeurig bij elkaar, maar vormen een samenhangende gemeenschap. Ze zijn met elkaar gebonden aan overeenkomende omstandigheden, qua grondsoort, waterhuishouding en beheer. Daarom zegt een plantengemeenschap veel meer over lokale omstandigheden dan een individuele plantensoort.

De Rode klaver bijvoorbeeld komt in meer dan 80 verschillende plantengemeenschappen voor, dus onder zeer uiteenlopende omstandigheden. Als je Rode klaver echter tegenkomt op een dijk, samen met bijvoorbeeld Glanshaver, Groot streepzaad, Grote bevernel en Beemdkroon, dan weet je dat je te maken hebt met een bepaalde plantengemeenschap (hier gaat het om de zogeheten Glanshaver-associatie) en dat de bodem bestaat uit kalkrijke lichte zavel. Ook weet je dan dat het beheer bestaat uit maaien en afvoeren. De plantensociologie bestudeert de samenhang tussen soorten en heeft de vegetatie van Nederland ingedeeld van grof naar gedetailleerd, respectievelijk naar klasse, orde, verbond en associatie; dit laatste is de eigenlijke plantengemeenschap. De associatie wordt soms nog verder onderscheiden, tot op het niveau van de sub-associatie.

Onder meer als gevolg van de verarming van de flora, zijn plantengemeenschappen vaak niet meer compleet aanwezig: de kop en de staart ontbreken als het ware. Dan spreek je over rompgemeenschappen. Elke gemeenschap (associatie) heeft een naam en een code gekregen, die de gemeenschap onderscheiden en verwantschap met andere gemeenschappen uitdrukken.

Het onderzoek

Bij het karteren van vegetatie tekenen onderzoekers in het veld vlakken met een overeenkomende vegetatie, digitaal op een kaart in. Deze vlakken krijgen vervolgens een naam, bijv. ‘Type van Glanshaver en Rode klaver’ wanneer de genoemde soorten het beeld bepalen van de vegetatie ter plaatse. Vervolgens maken we van zo’n onderscheiden type opnamen. We noteren van een representatief gedeelte alle soorten, met de mate van voorkomen. Thuis, bij de warme kachel, analyseren we deze opnamen en met behulp van beschikbare literatuur en digitale hulpmiddelen vertalen we die naar een door de wetenschap omschreven plantengemeenschap. Van de ingetekende vegetatietypen maken we vervolgens vegetatiekaarten. Die kaarten komen met de beschrijving van de aangetroffen vegetatietypen en informatie over de werkwijze in een rapport terecht. Begin 2025 heb ik het rapport van de vegetatiekartering van Schor Alteklein op deze manier gemaakt.

Type van Wilde peen en Pastinaak, waarin veel Moeraswespenorchis voorkomt; een uitzonderlijke combinatie (W. Lammers)

 Vegetatie van Schor Alteklein

Wat opvalt is dat de ruimtelijke verscheidenheid van het gebied tot uiting komt in het voorkomen van een groot aantal plantengemeenschappen. Zo zijn er op een oppervlakte van nog geen 5 ha zo’n 40 verschillende lokale vegetatietypen aangetroffen, die vertaald zijn naar 19 landelijke plantengemeenschappen, behorend tot 12 vegetatieklassen. Je kunt de ligging en de benaming van die klassen zien op onderstaande vereenvoudigde vegetatiekaart. Het beheer van A Rocha heeft aan deze variatie in hoge mate bijgedragen. Zo is er door de aanleg van een poel met flauwe oevers een plantengemeenschap ontstaan, die kenmerkend is voor plekken die in het winterhalfjaar onder water staan, op plaatsen met een zout verleden. Het maaien van de matig voedselrijke graslanden met orchideeën heeft geleid tot ontwikkeling van een lokaal vegetatietype, waarvoor de combinatie van Moeraswespenorchis met soorten van matig voedselrijk grasland als Glanshaver, Wilde peen en Pastinaak kenmerkend is. Hierin wijkt Schor Alteklein sterk af van het landelijke beeld. Door het kleinschalige beheer voort te zetten, hopen we de verscheidenheid in vegetatietypen verder te vergroten en de eigenheid van het schor te versterken.

Vereenvoudigde vegetatiekaart met ligging van de gekarteerde klassen (Dactylis B.V.)

De schimmels komen!

“Hé Anita, kijk hier eens: wat een gaaf paddenstoeltje staat hier onder deze struik.” We gaan op onze hurken zitten en verwonderen ons samen over het kleine grijze paddenstoeltje met op zijn hoed witte sliertjes, die op kant lijken.

Het is heerlijk om doelloos en traag door het VoedselBos te lopen en steeds meer oog te krijgen voor alle toffe details die je dan opeens opvallen. De knalroze kleine bloemetjes van de kardinaalsmuts bijvoorbeeld, die in de herfst nog eigenwijs aan de takken hangen en kleur geven aan een kaal wordend landschap.

Een berichtje op Insta met wat paddenstoelenfoto’s levert een reactie van onze landschapsarchitect die het voedselbos ontworpen heeft, op: “Ha de schimmels komen! Gaat het goed?”

Ja, inderdaad de schimmels komen. Er zijn nu, na 2,5 jaar bomen planten en de bodem voeden, al veel meer verschillende paddenstoelen te zien. Goed nieuws dus. “Door verzuring, overbemesting en verdroging”, zo las ik laatst, “is de populatie paddenstoelen sterk achteruitgegaan.”

Veel mensen houden niet van paddenstoelen in hun tuin of in het gazon. Toch is het juist een teken dat de schimmels onder de grond goed gedijen en je een actief bodemleven hebt. Paddenstoelen vormen een sleutelrol in veel ecosystemen – en zeker in bossen.

In ons VoedselBos voeden we de bodem actief. Bijvoorbeeld met houtsnippers, bladcompost, wormenmest en brandnetelgier. Ook planten we pioniersbomen naast de voedselbosbomen en -struiken. De wortels van de bomen en struiken gaan een samenwerkingsverband aan met de schimmels. Via de schimmeldraden worden voedingsstoffen uitgewisseld. De plantenwortels geven de schimmeldraden suikers en krijgen moeilijk bereikbare stoffen zoals fosfor, zink, stikstof en kalium terug. Dit komt ten goede aan de gezondheid van de boom. Het bodemleven bestaat, naast schimmels, uit nog ongelooflijk veel meer leven; van nematoden en protozoa tot de meer bekende wormen en pissebedden. En ja, we stappen steeds regelmatiger ook over molshopen heen.

We moeten af van de aangeharkte tuinen zonder bladeren, paddenstoelen, rommelhoekjes en molshopen. En als je dan doelloos en traag een rondje door je tuin maakt, zal je verrast zijn wat een moois je ziet. Gemaakt om van te genieten.

 


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.

A Rocha Dronten – samenwerken, ringslangen en BioBlitz

A Rocha Dronten is zo’n vier jaar geleden gestart en bestaat uit een kleine kerngroep met daaromheen een flinke groep belangstellenden die regelmatig onze activiteiten bezoekt.

In de afgelopen jaren hebben we de samenwerking gezocht met allerlei andere groene organisaties in de gemeente Dronten. Zo zijn we samen met Stichting Participatie Wisentbos, Landschapsbeheer Flevoland en Staatsbosbeheer betrokken in het Wisentbos. Het Wisentbos is een mooi bosgebied aan de rand van Dronten, langs de Lage Vaart. Het heeft zich de laatste jaren flink ontwikkeld en er is veel aandacht voor het ondersteunen en vergroten van de biodiversiteit. Hierin mag ook A Rocha Dronten een rol spelen. Een aantal van ons is al een aantal jaren – met succes – bezig om de reuzenberenklauw terug te dringen. De reuzenberenklauw is een invasieve exoot die inheemse soorten verdringt en bovendien voor ernstige brandwonden kan zorgen.

 

Reuzenberenklauw

Ook zijn we actief in ons eigen natuurwerkdagproject. Ruim twee jaar geleden hebben we een broeihoop voor ringslangen aangelegd. De ringslang is nog geen vaste bewoner van Dronten, maar zou dat wel kunnen worden. Rondom het Lelystadse deel van de Lage Vaart worden al langere tijd ringslangen gevonden. We weten dat ze zich daar voortplanten. We willen ze de mogelijkheid bieden om zich ook in Dronten, langs diezelfde Lage Vaart, te vestigen. Een broeihoop is dan zeer geschikt als voortplantingsplek. Een broeihoop is opgebouwd uit een grote hoeveelheid plantaardig materiaal met veel mogelijkheden om er tussen te kruipen. We gebruiken dan ook grote en kleine takken, paardenmest en snoeimateriaal om een hoop te bouwen van wel drie vierkante meter en met een hoogte van meer dan anderhalve meter. Ringslangen leggen hun eieren in het composterende plantaardig materiaal. Het composteringsproces zorgt voor de juiste temperatuur om de eieren te doen uitkomen. Bij het jaarlijks keren en aanvullen van de hoop kun je de lege eierschalen vinden. We hebben de hoop nu voor de tweede keer gekeerd en helaas nog geen eieren aangetroffen. De ervaring leert dat dit wel enige jaren kan duren. Ook andere dieren profiteren van zo’n hoop. Bij het keren tref je vele insecten en geleedpotigen, maar ook muizen en kleine roofdieren zijn mogelijk. Toch worden ook ringslangen steeds dichterbij waargenomen, dus we blijven hoop houden!

A Rocha Dronten bouwt een ringslangbroeihoop

Aankomend jaar hebben we een nieuw, uitdagend project in het Wisentbos, waarbij we opnieuw de samenwerking aangaan met veel verschillende organisaties. We starten namelijk op 1 januari met een BioBlitz: we proberen in een afgebakende periode (2025) zoveel mogelijk soorten (1000 of meer) in een afgeperkt gebied (het Wisentbos) te vinden. Dat kunnen we niet alleen, dus we doen dit in samenwerking met voornoemde organisaties, maar ook met IVN Dronten en Gemeente Dronten. We zullen meerdere publieksactiviteiten organiseren, te denken valt aan vroege vogelexcursies, vleermuizentocht, Nacht van de Nachtvlinders, paddenstoelenspeurtocht e.d. En natuurlijk kan iedereen die waarnemingen in het bos doet, die ook invoeren via www.waarneming.nl. We hopen hiermee meer mensen te enthousiasmeren voor de natuur vlakbij huis. Dat doen we onder andereo.a. door regelmatig een update van onze activiteiten via de pers te doen. HoudHou onze berichten in de gaten voor meer activiteiten! We zullen binnenkort ook de link van de BioBlitz  met jullie delen.

Bioblitz in het Waterloopbos

Een groene Sinterklaas

Het was nog maar begin oktober toen er alweer een dik speelgoedboek door onze brievenbus viel. Gelukkig was ik er als eerste bij en kon ik het nog even verstoppen. Het cadeautjes-seizoen probeer ik altijd zo lang mogelijk uit te stellen: voor je het weet slingeren er overal uitgeknipte verlanglijstjes door het huis en zijn de verwachtingen huizenhoog gestegen.

Ik vind Sinterklaas altijd een beetje een dubbel feest. Het verhaal van een goedheiligman die arme kinderen beschermt en geschenken aan hen uitdeelt, is prachtig. En een gezellige avond met gedichten, surprises en cadeautjes vier ik al mijn hele leven graag. Maar Sinterklaas lijkt steeds meer een over-de-top feest te worden met zo veel mogelijk snoep en cadeaus. Sinterklaas heeft tegenwoordig een hele vloot containerschepen nodig om alle goedkoop gemaakte plastic rotzooi te vervoeren naar Nederland, zodat onze kinderen het kunnen uitpakken en vervolgens in een hoekje kunnen gooien (en het na twee weken kapot in de afvalbak belandt). Dat lijkt me niet de manier waarop diezelfde kinderen nog heel lang kunnen genieten van deze aardbol.

In de afgelopen vijftien jaar heb ik daarom al heel wat manieren uitgeprobeerd om een alternatief Sinterklaasfeest te vieren. Ik deel ze graag: misschien raak je erdoor geïnspireerd om Sinterklaas dit jaar eens anders aan te pakken!

De vier-cadeautjesregel

Deze regel is vooral met jongere kinderen heel erg bruikbaar. Uit onderzoek blijkt dat kinderen bij het krijgen van drie cadeautjes eigenlijk al genoeg input hebben. Een goed idee dus om het bij vier cadeautjes te houden (waarvan twee meestal niet eens speelgoed). Die vier cadeautjes zijn:

  • Iets wat ze graag willen hebben – iets van speelgoed binnen een budget dat je zelf vaststelt. Liefst tweedehands natuurlijk.
  • Iets wat ze nodig hebben – een praktisch cadeau, zoals douchegel, tekenpapier of een mooi dekbedovertrek.
  • Iets om te dragen – dat spreekt voor zich, denk aan wanten, laarzen of onderbroeken.
  • Iets om te lezen – een mooi (voorlees)boek

Sinterklaas-in-een-dag

In ons gezin steeg de spanning in de weken voor Sinterklaas soms tot grote hoogte. Om het feest wat meer in te kaderen, bedachten we Sinterklaas-in-een-dag. We vertelden de kinderen dat Sinterklaas een feest is waarbij je iets voor elkaar doet, en dat ze daarom allemaal een cadeautje voor elkaar mochten kopen. Op een zaterdagochtend trokken we lootjes en gaven we ieder kind een klein bedrag. Vervolgens lieten we ze los in het centrum om iets voor elkaar en ons te kopen (waarbij het de sport was om elkaar niet tegen te komen). In de middag maakte iedereen een gedicht en/of surprise en rond etenstijd hadden we dan onze ‘pakjesavond’. Erg leuk, want zo ligt de focus meer op iets voor elkaar doen dan op de cadeaus. En met een klein bedrag ontstaat er vaak meer creativiteit om echt iets leuks te vinden (misschien moet je vooraf bepaalde winkels dan wel uitsluiten). Ook met jongere kinderen kan dit: onze jongste deed dan gewoon mee met een van de ouders.

Sint shopt tweedehands

Tegenwoordig is het eigenlijk niet meer nodig om speelgoed nieuw te kopen. Alles is tweedehands te koop, het vraagt alleen iets meer zoektijd. Begin op tijd met rondspeuren op Marktplaats, op Vinted, in weggeefhoeken en vergeet vooral de speelgoedruilbeurzen niet die in november vaak overal plaatsvinden.

Wanneer je lootjes trekt, kun je met elkaar afspreken dat je alleen tweedehands cadeaus koopt. In de verlanglijstjes kun je hier dan al rekening mee houden. Het is ook leuk om met elkaar naar een grote kringloopwinkel te gaan en daar rond te struinen.

Sint voor een ander

In de Middeleeuwen mochten de arme kinderen hun schoen zetten in de kerk en stopten de rijken daar iets in. Een mooi verhaal en nog steeds actueel. In de sinterklaastijd kan het ook heel goed zijn om de focus van je kinderen te helpen verleggen naar iets voor een ander doen. Misschien kun je ze aanmoedigen om iets van hun eigen speelgoed te doneren aan een speelgoedbank, kunnen jullie meedoen aan een schoenendoosactie, een kerstpakkettenactie of een bananendoos vullen.

 

Foto: R.F. (Roel) Jorna (bewerkt)


Hannah Zandbergen

Hannah (40) is getrouwd en moeder van drie zoons. Ze is freelance journalist en auteurscoach. Ze is eindredacteur van het christelijke opvoedmagazine Sestra mama. Onlangs schreef ze het Goedenachtboek, een boek dat kinderen helpt om voor het slapengaan tot rust te komen.

Een inspirerende ontmoeting op de biodiversiteitstop in Colombia

Peter Jan de Vries is Adviseur zorg voor de schepping en namens A Rocha Nederland aanwezig op de Biodiversiteitstop COP16. Hij deelt hier zijn ervaringen met ons.

"Ik ben maar klein en zwak, net als een mosterdzaadje. Maar in Jezus' kracht mag ik opkomen voor gerechtigheid."

“Ik had nooit gedacht dat ik eens mee zou doen met een biodiversiteits COP, en niet alleen als inheemse, maar ook als christen. Ik kan hier helemaal mezelf zijn en God heeft dat zo geleid.” Ik spreek met Wara Iris Ruiz Condori van de Aymara bevolkingsgroep in Bolivia. Ze is 27 jaar en Project Coördinator voor Indigenous Peoples Rights International (IPLC). Ze is hier als spreekbuis van vervolgde milieuactivisten.

Wara Ruiz komt uit een dorpje op 3800m hoogte. Daar wordt het vanwege klimaatverandering steeds droger. Ze heeft bedrijfskunde gestudeerd, is als kok gespecialiseerd in lokale gerechten, houdt zich al heel lang bezig met allerlei milieuvraagstukken en is zo uiteindelijk mee gaan doen op het internationale niveau van de klimaattop.

“Dat was wel een leerschool in belangenbehartiging. Bij de Aymara wordt alles gemeenschappelijk gedaan en besloten, maar op het internationale niveau heerst een andere dynamiek en spelen hele andere machtsverhoudingen een rol, vooral economische. Dat was soms heel frustrerend. Taal was een barrière, maar ook het feit dat ik inheemse ben. Men verwacht niet dat je de onderwerpen begrijpt en beheerst en volwaardig mee kunt doen.”

Sinds een jaar werkt ze voor de IPLC. Deze stichting stelt fondsen beschikbaar om milieuactivisten te beschermen en de nodige rechtshulp te geven. In Zuid-Amerika worden veel milieuactivisten onrechtmatig vervolgd om ze monddood te maken, vooral in verband met illegale goudwinning. Daaronder zijn veel vrouwen met gezinnen en sommigen die zelfs nog een baby voeden. Wara Iris komt zo op voor hun rechten en voor die van hun land. Ze wordt sterk geïnspireerd door haar geloof en door haar grootvader. Haar grootvader is kerkleider en heeft in veel Aymara dorpjes gemeenten gesticht, waarbij de wekelijkse gemeenschapszin hoog in het vaandel staat. “Ik ben er trots op dat ik in de voetsporen mag treden van Jezus, de grootste activist ooit, en van mijn grootvader. Niet veel mensen doen dit werk en ik ben maar klein en zwak, net als een mosterdzaadje. Maar in Jezus’ kracht mag ik opkomen voor gerechtigheid.”

Vrede met de natuur

Peter Jan de Vries is Adviseur zorg voor de schepping en namens A Rocha Nederland aanwezig op de Biodiversiteitstop COP16. Hij deelt hier zijn ervaringen met ons.

Overal om me heen staan mensen, het is een zee van kleuren en vormen, een kakofonie van talen. Er zijn mensen in hele nette kleren, in pak, losjes gekleed en in traditionele kledij. Ergens in de mensenmassa zie ik de woorden ‘care for creation’ op een T-shirt staan. Het is bemoedigend om te zien dat ook de kerken hier goed vertegenwoordigd zijn en hun stem kunnen laten horen.

Samen met mensen van over de hele wereld sta ik hier te wachten om de zaal binnen te gaan waar de Biodiversiteits COP16 geopend zal worden. Het doet me denken aan Openbaring 7:9 waar staat: “Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam.”
Iets om naar uit te zien en eens is het zover, maar nu zijn we nog hier in Cali, Colombia met bijna 200 landen samen en staan we voor één van de grootste uitdagingen van onze tijd, een halt toeroepen aan het verlies van natuur, ecosystemen en biodiversiteit. Op dit moment worden ongeveer een miljoen soorten met uitsterven bedreigd, voornamelijk door menselijk ingrijpen.
Tijdens de opening komen verschillende sprekers aan het woord met tussendoor dans en zang uitgevoerd door verschillende inheemse groepen. Dit brengt de nood van de natuur heel dichtbij.

Het thema van COP16 is ‘Vrede met de natuur’ en dat is een mooie slagzin, zeker vanuit de hoek van Colombia, waar al zolang zoveel mensen het slachtoffer zijn geworden van geweld tussen gewapende groepen en het leger. Ze weten hier hoe moeilijk het is om vrede te sluiten, maar ook hoe nodig dat is om verder te kunnen met elkaar. En zo moeten we als wereld ook vrede sluiten met de natuur, want we kunnen niet verder zonder elkaar.
Inheemse groepen hebben weinig stem tijdens de vergaderingen, maar zijn sterk vertegenwoordigd in nevenevenementen. Het betrekken van inheemse groepen bij behoud van ecosystemen en biodiversiteit wordt ook steeds meer als fundamenteel gezien en dat is een goede ontwikkeling.

Bid voor wijsheid voor de afgevaardigden om tijdens deze COP inderdaad gericht te zijn op ‘vrede sluiten met de natuur.’

Blog | Vogeltrek

Onderstaande tekst komt uit Dagboek voor natuurliefhebbers van Jaap Oosterhuis. Het zijn vier dagen uit de maand oktober over vogeltrek.

Vogeltrek

Oktober is een maand waarin heel veel vogeltrek plaatsvindt, het is mijn favoriete maand om naar (trek)vogels te kijken. Met een niet te harde wind uit het zuiden of zuidoosten kun je in deze tijd van het jaar grote aantallen trekkende vinken, kepen, veldleeuweriken en lijsters zien. In sommige jaren trekken ook veel mezen door. Graspiepers vliegen nu ook in grote aantallen naar het zuiden, evenals goudplevieren en spreeuwen.
Vogeltrek is een fascinerend gebeuren waar al heel veel onderzoek naar is gedaan, maar wat nog vele geheimen kent. Het is elk jaar weer een prestatie van formaat dat al die vogels hun reis van hun broedgebieden naar de overwinteringsgebieden en omgekeerd weten te volbrengen. Kijkend naar trekvogels besef ik altijd weer dat ikzelf ook een reiziger ben. Deze wereld is niet mijn eindbestemming, ik ben onderweg naar het land voorbij de horizon, het Koninkrijk van God. De pelgrimsreis die ik in dit leven moet volbrengen is uitdagend, onderweg zijn er gevaren en hindernissen. De reis kan voor mijn gevoel lang duren, soms voel ik me moe. Maar al die vogels die jaarlijks door weer en wind hun reis tot een goed einde weten te brengen, stimuleren mij om vol te houden, om vrolijk en onbevangen onderweg te blijven en niet op te geven.

 

Genade en glorie schenkt de HEER, zijn weldaden weigert Hij niet aan wie oprecht hun weg gaan. (Psalm 84:12)
Hoe vinden trekvogels de juiste weg? Stel dat ze onderweg door slecht weer uit koers raken, hoe kunnen ze zich dan heroriënteren? Vogeltrek is een onderwerp van veel studie geweest. Er zijn aanwijzingen dat vogels gebruik maken van landschapskenmerken zoals kustlijnen, gebergten, rivieren en zelfs snelwegen. Maar trekvogels oriënteren zich ook aan de hand van de stand de zon of de sterren. Daarnaast is aangetoond dat ze het aardmagnetisch veld waarnemen en zelfs gebruik maken van geluiden. Vogels kunnen bijvoorbeeld de zee horen en aan de hand daarvan hun positie en richting bepalen. Onderzoek heeft ook aangetoond dat vogels onweer op grote afstand kunnen horen en zodoende kunnen vermijden tijdens hun reis. Sommige vogels schijnen zelfs hun reukzin te gebruiken tijdens de trek, dit is bijvoorbeeld aangetoond bij kleine mantelmeeuwen die de Oostzee op grote afstand kunnen ruiken.
Een deel van de kennis die vogels nodig hebben, moet zijn overgeërfd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de koekoek waarvan de oudere vogels eerder wegtrekken dan de jongen. Andere vogels leren de juiste trekrichting van hun ouders. Kortom, het vinden van de juiste weg gaat op heel veel verschillende manieren. Voor de vogel zelf is de belangrijkste vraag echter niet hoe hij de juiste weg vindt, maar óf hij de juiste weg vindt.
Zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij op de weg die eeuwig is. (Psalm 139:24)

Voor trekvogels hangt het bereiken van hun bestemming in belangrijke mate af van hun voeding. Ze lijken aan te voelen hoeveel ‘brandstof’ ze voor hun reis mee moeten nemen, waarbij ze enerzijds niet te zwaar mogen zijn tijdens het vliegen, maar anderzijds wel genoeg reserve moeten hebben om hun bestemming te halen. Het is fascinerend dat ze die afweging kunnen maken tijdens het eten.
Voordat vogels op reis gaan moeten ze ‘opvetten’ zoals dat heet, maar ook tijdens de trek moeten ze van tijd tot tijd bijtanken. Tijdens de trek veranderen vogels soms van voedselstrategie. Zo eten veel zangvogels tijdens de najaarstrek bessen, ook uitgesproken insecteneters kiezen daar soms voor. Ze vetten er minder van op, maar bessen bevatten snelle suikers waar de vogels weinig moeite voor hoeven doen en waar ze de nodige kilometers op kunnen maken. Zo zag ik een keer een grasmus die aan het einde van de zomer bessen van de wegedoorn at. In Amerika schijnen boerenzwaluwen (dezelfde soort als de Europese) voorafgaand aan de herfsttrek ook tijdelijk op het eten van bessen over te stappen.
Gelovigen zouden zich moeten realiseren dat ook voor hen de juiste voeding van levensbelang is als ze hun pelgrimsreis tot een goed einde willen brengen.

U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat blijft en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven. (Johannes 6:27)

Vogels zijn tot indrukwekkende vliegprestaties in staat, doordat ze een uniek ademhalingssysteem hebben. Het is zo opgebouwd dat er een continue luchtstroom is in één richting. Ze hoeven dus niet in en uit te ademen zoals wij dat gewend zijn en nemen zuurstof veel efficiënter op. Hierdoor kunnen ze lang aan één stuk door vliegen op een hoge snelheid, zelfs op grote hoogte waar de lucht ijler is.
Zoals trekvogels afhankelijk zijn van een continue stroom zuurstof door hun lichaam, zo kunnen gelovigen niet zonder de heilige adem van God. Psalm 103 zegt dat we leven op de adem van Gods stem. Bidden is je daarvoor openstellen, het wordt ook wel eens vergeleken met ademhalen.
Pelgrims onderweg kunnen niet zonder gebed. Paulus schrijft in een van zijn brieven zelfs dat we moeten bidden zonder ophouden (1 Thessalonicenzen 5:17). Dat laatste betekent wat mij betreft niet dat we zo lang mogelijk moeten proberen te bidden, Jezus zelf heeft ons immers verzekerd dat het geheim van bidden niet afhangt van het aantal woorden dat we gebruiken. Maar of je nu kort of lang bidt, laat het een dagelijkse gewoonte zijn om je handen te vouwen, om zo in contact te blijven met de heilige adem van God. Zoals onze Schepper de vogels een bijzonder ademhalingsstelsel gaf, gaf Hij mensen handen om te vouwen.

Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. (Psalm 42:9)

Jaap Oosterhuis

Jaap Oosterhuis heeft Dagboek voor natuurliefhebbers geschreven: een prachtig dagboek voor mensen die meer willen weten over de natuur. Tegelijk verbindt dit boek de natuur met het grote verhaal van God. Je kunt Jaap ook boeken als spreker.

Zorg voor een fazantenkuiken

22 gram, noteert Anita. Mooi, Lyhyt is weer een gram aangekomen sinds gisterochtend. Nog even proberen of hij zelf ook uit het voerbakje eet als het in zijn hok staat.

In mei verstoorden we per ongeluk het nest van een fazantenhen en haar eieren. Ze kwam helaas niet terug, waarop we besloten om naast de zorg voor bomen en planten de zorg voor deze eieren op ons te nemen. Na 25 dagen in een geleende broedmachine ontdekten we de eerste barsten in een van de eieren. Een dag later kroop het eerste Ukkie uit het ei. Wat een wonderlijk gezicht, zo’n mini vogeltje dat zich uit een ei vecht, met aan elkaar geplakte veertjes. Twee dagen later kroop nummer twee er ook uit; hem/haar noemden we Lyhyt.

Lyhyt bleek een gehandicapt fazantje; één pootje zat in een vreemde hoek aan z’n lijfje vast, waardoor hij niet goed kon staan. Dus maakten we spalkjes. We voerden hem kippenkuikenvoer, gedroogde insecten en later levende krekeltjes die we buiten in het gras vingen. We hielden als een waar consultatiebureau zijn groei in gewicht bij.

Net als Ukkie leeft Lyhyt helaas niet meer. We hebben ruim zeven weken voor hem gezorgd. Maar hoe bijzonder wat we van en door dit vogeltje hebben geleerd. Zo’n teer, kwetsbaar vogeltje in je handen, die vol vertrouwen tegen je aankruipt en in slaap valt op zoek naar warmte en beschutting.

We bedachten hoe zo’n klein diertje ook een hartje heeft dat klopt, en hersentjes. En we zagen hoe dons plaatsmaakte voor echte veertjes. Hoe wonderlijk zit elk levend wezen in elkaar, en wat een levenskracht zit erin. Wat bijzonder dat God dat zo gemaakt heeft, en dat ook dit vogeltje zijn aandacht heeft.

Met onze handen planten we bomen in het VoedselBos, hanteren we hamer en boormachine en doen er allerlei ruige dingen mee. Met onze handen hielden we Lyhyt vast, heel voorzichtig. Hij manoeuvreerde zich zo dat hij lekker lag, liet z’n koppie op een duim rusten en z’n oogjes vielen dicht. En zo bedachten we ook dat God ons in zijn handen houdt. Misschien wel net zoals wij Lyhyt vasthielden, met liefde en tederheid. Omdat wij kwetsbare mensen zijn en God van ons houdt. En ook Gods handen doen sterke dingen, zoals het handhaven van recht en waarheid. Ook daarom mogen we ons veilig voelen bij Hem.

“Kijk dan: die fazant hipt heel gek!” We remmen af op een single track road in Schotland en zien een fazant met een manke poot; hij hipt op z’n andere poot over de weg. Bijzonder dat we dat nu net zien, na onze zorg voor Lyhyt.


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.