Wandelen is net het leven

Het leven vereist dat we leren wandelen. Een hollend leven zal ons hoe dan ook eens tot stilstand brengen. Dat ervaarde ik zelf toen ik zes jaar geleden in een burn-out terechtkwam. De meest waardevolle lessen van het leven leerde ik de afgelopen jaren. Wandelend. Letterlijk én geestelijk. En onderweg liet ik me onderwijzen door Jezus en genoot ik van de prachtige natuur.

Wandelen doet iets met ons. Naast dat het erg gezond is voor lijf en brein, zet het ons aan tot een goed gesprek of tot bezinning. Het is alsof de natuur je direct uitnodigt om los te komen van de gejaagdheid van het dagelijkse leven. Luister maar eens naar het geluid van vogels. Het is alsof ze keer op keer zeggen: “Doe maar rustig aan, het komt wel goed.”

Een van de dingen die ik als moeder van drie kinderen altijd heb gedaan is met ze wandelen. Toen ze klein waren ondersteund door kinderwagens en buggy’s, maar vandaag de dag gaan we op pad met een stel goede wandelschoenen. Vaak gaat onze herdershond mee. Er wordt weleens geklaagd, maar het wandelen zit er in. Dat doen wij gewoon. Zo draag je als ouders bewust en onbewust over wat je belangrijk vindt.

Wanneer ik met mijn kinderen door het bos sjouw en we ons wandeltempo op elkaar af proberen te stemmen leer ik ze deze levenshouding: doe maar rustig aan, leef en ontvang. Leer je eigen levenstempo te vinden. Houd je ogen open om te kunnen zien. Houd je oren open om te kunnen horen. En blijf je verwonderen over schoonheid door God gegeven. Er is een Schepper die dit alles heeft gemaakt als een geschenk voor jou en mij. In de schepping zie je iets van de grootheid en de goedheid van deze Maker. Wat geweldig als je dit mag ervaren.

Terwijl mijn kinderen met takken slepen en hun spel zich al wandelend vanzelf ontwikkelt, vraag ik me af of ze mijn wijze lessen wel echt horen. Desondanks geloof ik dat ze het in zich op zullen nemen, gewoonweg omdat we hier zíjn.

Terwijl mijn kinderen met takken slepen en hun spel zich al wandelend vanzelf ontwikkelt, vraag ik me af of ze mijn wijze lessen wel echt horen. Desondanks geloof ik dat ze het in zich op zullen nemen, gewoonweg omdat we hier zíjn.

Wandelen is eigenlijk net het leven. Keer op keer ligt er wat nieuws op je pad en word je gevraagd hoe je hier op zal reageren. En terwijl je wandelt denk je na, sta je op je persoonlijke kruispunten, maak je keuzes. Het doet me denken aan Jezus, die met zijn discipelen vele kilometers wandelend aflegde en hen onderweg onderwees over de dingen van het leven.

Verschillende paden en wegen brengen ons op nieuwe plekken. Er is altijd wel iets nieuws te leren. En het léven, dat leren we denk ik het beste, al wandelend aan Jezus’ zijde. Want zoals ik mijn kinderen belangrijke lessen van het leven probeer te leren terwijl we door de bossen struinen, zo wandelt Jezus ook met mij mee.

Eline Lindeboom

Eline Lindeboom is getrouwd en moeder van drie kinderen. Ze staat voor de klas in het basisonderwijs en houdt zich bezig met spreken, schrijven en haar praktijk voor natuur- en wandelcoaching. Het is haar passie om mensen enthousiast te maken voor het wandelen in de natuur en voor wandelen met God.

Blog | De mooiste dag

Met ons drukke gezin met vijf kinderen is het soms lastig om te bedenken wat je moet doen om ze te vermaken. Op internet zijn de leukste en (vaak ook) duurste uitjes te vinden. Hoe vind je nu iets wat echt iedereen leuk vindt? De leeftijd van onze kinderen varieert van 4 tot 16 en we zijn gezegend met zowel jongens als meiden. De één wil naar de dierentuin, de ander naar een indoorspeeltuin, weer eentje wil liever naar een zwembad en ga zo maar door. Het eerste is duur, het tweede niet geschikt voor elke leeftijd en het derde, ach, we zwemmen al zo vaak en we willen ook weleens wat anders. We hebben menig zondagmiddag verspild met zoeken naar een leuk uitje, om vervolgens maar voor de zoveelste keer een rondje dorp te doen. Waar we vervolgens onbevredigd van thuiskwamen, met chagrijnige kinderen op de koop toe. Omdat ze echt echt, echt niets mochten kopen, nee ook geen chocola omdat je ongesteld bent, of chips omdat je echt honger hebt en de anderhalve kilometer naar huis niet meer volhoudt.

Onze kinderen zijn geen zielige kinderen hoor, we doen namelijk veel mooie dingen met ze. Los van de vakanties, waarin we buitenlandse kastelen, kerken, musea en ruïnes bezoeken, gaan we regelmatig met onze kinderen op pad. Naar het Rijksmuseum, naar een kleine dierentuin of kinderboerderij, maar ook naar de bioscoop met het ene kind of naar een concert met het andere kind. Maar waarom vergeet ik zo vaak wat de allerleukste uitjes zijn? Dat zijn namelijk de dagen dat we alle vermaak achter ons laten en heerlijk door de natuur banjeren.

Zoals de ene keer, toen onze oudste zoon nog maar 3,5 jaar oud was. Het was een prachtige, zonnige dag in mei, na een aantal dagen regen. Toen we uit de kerk kwamen, keken mijn man en ik elkaar aan en besloten naar een bos in de buurt te gaan. Even een snelle boterham en we gingen op pad. Geen tijd om alle kinderen om te kleden (je weet het maar nooit met de zon in mei), maar we hadden nog wel snel de schoenen verwisseld voor laarzen. Onze zoon, de onderzoeker, kroop overal in en op en zag de mooiste dieren. Hij lachte breeduit en we hoorden zijn stemmetje steeds hoger worden. Hij rende een eind voor ons uit en kwam weer terug als een jonge hond.
We hadden elkaar net verbaasd aangekeken dat zijn kleding nog zo schoon was gebleven toen we een plas tegenkwamen. Een plas waar onze zoon als eerste was. En voordat ik kon roepen dat hij zijn nieuwe broek aan had, sprong hij er middenin. Eentje van een centimeter of 40 diep. Met modder…

“Mam, zei hij, dit was mijn mooiste dag” Het WAS ook zijn mooiste broek…

Marloes Verheul-Smit

Marloes (42 jaar) is getrouwd en moeder van vijf kinderen. Ze woont in Zuidhorn in het mooie Groningen. Ze houdt van chocola, God, haken, gezond leven en buiten zijn. Ze droomt van een zelfvoorzienend leven in Scandinavië, compleet met koe en schaap in de tuin.

Blog | Omarm het leven in 2024

Afgelopen zomer zat ik met vriendinnen op een terras, toen een wesp in de heerlijke zoetzure saus voor onze kaasstengels terechtkwam. Hij kon niet meer wegvliegen. Veel mensen vinden wespen vervelend, zeker als je aan het eten bent. We leren onze kinderen de angst al vroeg aan door altijd te waarschuwen om voorzichtig te zijn en dat beeld versterken we door met elkaar alle nare prikervaringen te delen. Maar wespen zijn net zo nodig voor ons ecosysteem als de wat toegankelijkere vlinders en bijen. Dus ik heb, terwijl we aan het kletsen waren, telkens een stukje saus van de vleugels van de wesp afgedept, tot hij ze weer kon bewegen. Na een korte rustperiode sloeg hij zijn vleugels uit en vloog weg. De vreugde die ik ervoer!

‘Ik heb nog nooit iemand met zoveel toewijding een wesp zien redden’, zei een van mijn vriendinnen. Terwijl die vriendinnen weten dat ik van de natuur houd (net als zijzelf overigens) en we daar vaak woorden aan geven, verwonderden ze zich alsnog over de praktische uitwerking van mijn verbondenheid met de natuur die op dat moment om ons heen was.

Een hoornhaar eet een libelle die vastzit in een spinnenweb
(foto gemaakt door Janneke Pikkert-Van Hulst)

 

Het is makkelijk om te houden van de mooie dingen in de natuur. We zien God in de (bio)diversiteit, in de seizoenen en de schoonheid om ons heen. We genieten, we vertragen, we laten ons verwarmen en we ontspannen als we buiten zijn. Tegelijk is God ook in de schepping te zien die we soms wat ingewikkelder vinden, zoals in de eikenprocessierups, de aanwezige wesp of een teveel aan plantjes die in de tuin komen aanwaaien en we onkruid noemen. Alles staat in verbinding met elkaar en God vraagt ons om dat goed te beheren, ook de kleine en grote vieze kriebelbeestjes…

Nu we een nieuw jaar zijn begonnen, is dat een mooi moment om na te denken hoe we nóg meer van de natuur kunnen houden. Mijn voornemen voor dit jaar is om wormen te ontwijken bij een wandeling na de regen. Ik omarm de regen als ik naar de andere kant van de stad fiets en weiger om daarover mee te mopperen met anderen. Ik zoek naar een manier om een goed ecosysteem in de tuin te krijgen waardoor ik een minder grote haat-liefdeverhouding met de glibberige naaktslakken ontwikkel. En als ik in huis stofzuig, zuig ik de spinnen niet op, maar vang ik ze en laat ik ze naar buiten. Welk voornemen heb jij?

Als we zo God eren in de dagelijkse praktijk van het leven en bewust kiezen om van ogenschijnlijk irritante beestjes en planten te houden, dan kijken we misschien wel door de stekelige en woekerende braamstruik heen en zien we de brandende braamstruik. Want, zo schreef Ignatius al, God laat zich overal vinden.

De aarde zit boordevol hemel
en elke struik, hoe gewoon ook,
staat in lichterlaaie van God.
Maar enkel hij die het ziet
doet zijn schoenen uit.
De rest zit er omheen
en plukt bramen.

‘Brandende braamstruik’ van Elizabeth Barret Browning


Janneke Pikkert – van Hulst is A Rocha-fan en klimaatburgermeester van Lelystad.

 

 

 


 

Nuttige beestjes, die wespen!

Wespen helpen, net als bijen, bij de bestuiving van planten. Daarnaast vangen ze veel muggen en vliegen om hun larven mee te voeden. Eén wespennest met 5000 werksters vangt per dag al snel 100.000 vliegende insecten. Daarnaast ruimen ze ook de kadavers op van kleine zoogdieren, vogels en kikkers. Niet meer doden dus, die nuttige beestjes. Verjagen kan wel natuurlijk. Bijvoorbeeld door een nepwespennest te plaatsen of een geur die ze niet fijn vinden (lavendel, tea tree of knoflook bijvoorbeeld). Zelf een beetje in de wind zitten helpt ook. En wist je dat een dode wesp een stof uitscheidt die andere wespen agressiever maakt? Daarmee maak je de kans groter dat je gestoken wordt. Nog een reden dus om ze niet te doden.

Blog | Wortelen met de bomen mee

modder

Konden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken wat daar gaande is. Anderhalf jaar geleden zouden we waarschijnlijk een niet al te diepe laag worteltjes hebben gezien. Allemaal gelijk aan elkaar. Af en toe een verdwaalde regenworm. En als we een telescopische blik zou hebben waarschijnlijk ook wel de nodige protozoa, nematoden en andere bodemdiertjes.

Behalve dat door de aanplant van veel verschillende bomen en struiken de biodiversiteit boven de grond zal toenemen, merken we dat er onder de grond ook wat verandert. Afgelopen week staken we onze spade in de grond om een gat te graven voor twee pecans en een hican. Hierbij ontdekten we heel wat meer regenwormen dan toen we een jaar geleden bomen aan het planten waren. Ook de nodige molshopen verraden meer leven in de bodeKonden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken. Misschien zouden we roofzuchtige mijten zien, op zoek naar voedsel. Honderden springstaarten die bacteriën verorberen. Groeiende schimmeldraden, die contact met elkaar zoeken om informatie uit te wisselen. De mulchlaag (blad en houtsnippers) van vorig jaar is voor een deel weer verdwenen; versnipperd door de meesterversnipperaars van het bodemvoedselweb: wormen. En in ruil daarvoor laten ze ook nog eens zeer vruchtbare poep achter.

Konden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken. We zouden ons verwonderen over het groeiende bodemvoedselweb en de wortelende bomen en struiken. We zouden ons kunnen realiseren dat wij ook aan het wortelen zijn. Net als onze bomen van elders hier in Bellingwolde geplant. Een deel van onze bomen is gekweekt en voorbestemd om in een voedselbos te aarden, te groeien en te bloeien. Een ander deel is als zaailing op een ‘kansloze’ plek geoogst om elders een nieuw begin te maken. Misschien kunnen we onszelf vergelijken met de eerste groep; voorbestemd en gereedgemaakt om weg te gaan uit een vertrouwde plek en hier te gaan wortelen, deel uit te maken van een heel nieuw web. Een web van verbindingen met mensen hier; buren, kennissen van de voedselcoöperatie en medechristenen. En ook met de omgeving; de reeën die we weer bijna dagelijks zien, de vos die mooi is maar ook gevaarlijk voor onze kippen, de muizen die schattig zijn maar ook aan onze nieuwe isolatie knabbelen, de vele vogels die we horen, zien en soms na een botsing met een raam even mogen laten bijkomen in onze handen. We hoeven niet onder de grond te kijken om te zien dat ook wij wortelen; met de bomen mee.


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.