Heel bijzonder: Gewoon appelmos!

Bij Bennekom, aan de rand van de Dikkenbergweg, ligt het Land van Peelen, een landbouwenclave. De stichting Land van Peelen zet zich in om ook hier de biodiversiteit te vergroten. Een van de doelstellingen is om dit akkerland tot natuur om te vormen. Rondom het Land van Peelen liggen meerdere natuurgebieden, met soms zeldzame flora en fauna. De stichting wil deze zeldzame flora en fauna zo goed mogelijk documenteren, zodat later het effect van de natuurversterking kan worden gemeten. In samenwerking met de

 

gewoon appelmos

KNVV* heeft het eerste deel van een mosseninventarisatie plaatsgevonden aan de Fransekampweg, een gebied van 4 ha dat wordt beheerd door A Rocha in opdracht van de gemeente Ede. Wat blijkt? Op het terrein groeien meer dan 70 soorten mossen, waaronder hetzeer zeldzame Gewoon appelmos!

Op het terrein groeien meer dan 70 soorten mossen, waaronder het zeer zeldzame Gewoon appelmos!

Mossen zijn bijzondere, geheimzinnige planten die overal voorkomen, zelfs het hele jaar door. En als je eenmaal verwonderd bent geraak door de schoonheid van deze mini-planten, gaat er een wereld voor je open. André van Lammeren en Roel Lemmens van de mossenwerkgroep van de KNNV* zijn specialist op het terrein van mossen en gingen op onderzoek uit. Een dergelijke mosseninventarisatie is zeker waardevol. Het vormt een goede maatstaf voor de natuurkwaliteit. Dit sluit naadloos aan bij de doelstelling van stichting Land van Peelen.

Rijk aan mossen
Mossen zijn, net als varens en paddenstoelen, sporenplanten: ze vermenigvuldigen zich via sporen. Dit in tegenstelling tot zaadplanten. Kenners onderscheiden twee soorten mossen: bladmossen en levermossen (korstmossen worden niet gezien als echte mossen). Voor een terrein met zo’n beperkte oppervlakte is de Franse Kamp rijk aan mossen te noemen. Van Lammeren en Lemmens vonden, samen met leden van de mossenwerkgroep, 72 soorten. Daarvan waren er  60 bladmossen en 12 levermossen. Zij verwachten dat er meer soorten te vinden zullen zijn. Het voormalig defensieterrein is 4 hectare groot en heeft een grote variatie aan bodemomstandigheden: hier en daar zanderig en droog, maar er zijn ook lemige delen en delen die kalkrijker zijn. Daarnaast bevinden zich er twee poelen (voormalig blusvijvers). Het is een gevarieerd gebied op relatief kleine schaal, wat maakt dat er veel soorten mossen voor kunnen komen. Ook zoeken mossen vaak groeiplaatsen die min of meer open zijn, zoals een open bodem, steen, levend en dood hout. En dat is nu juist het karakter van de Franse Kamp.

Op zoek naar mossen
De natuur is veelzijdig en veel mensen genieten daarvan. Maar mossen worden vaak niet opgemerkt als men er niet op geattendeerd wordt. Valt eenmaal je oog op dit kleine plantje, dan ontdek je ook hoe bijzonder mos kan zijn. Vooral als je ook nog een vergrootglas mee neemt. Mossen nemen water op via een bovengronds weefsel van stengels en bladeren. En als het heel droog wordt, stopt dit proces en drogen de plantjes uit. Mossen kunnen dus aangeven hoe gezond de natuur is. Het zijn zogenaamd: prima bio-indicatoren. Vandaar dat er ook speciale aa

ndacht geschonken werd aan soorten die specifiek zijn voor bijzondere milieuomstandigheden en/of een bedreigde leefomgeving. Het gebied werd door de werkgroep drie maal bezocht. Juist op de paden die door het gebied lopen vond men een aantal pioniers, zoals Gewoon aloëmos  en een aantal levermossen. En op een van de steilkanten werd het zeer zeldzame Gewoon appelmos gevonden. Om het gebied aantrekkelijk te houden voor mossen adviseert de werkgroep om door te gaan met het verwijderen van opslag, de paden en steilkanten te koesteren zodat niet alleen mossen kunnen floreren, maar ook insecten en de zandhagedis.

Wie doet mee?

  • Wil je meehelpen met de inventarisaties in de omgeving van het Land van Peelen, meld je dan aan op www.landvanpeelen.nl of via info@landvanpeelen.nl.
  • Wil je meehelpen bij het natuurbeheer op de Franse Kamp, dan kan dat buiten het broedseizoen op elke tweede zaterdagmiddag van de maand. Kijk op de website of mail naar bennekom@arocha.org.

*  Voor meer informatie over de mossenwerkgroep zie: https://wageningen.knnv.nl/werkgroep/mossenwerkgroep/

Bijzondere kevers gevonden in Bennekom

A Rocha Bennekom beheert in samenwerking met de gemeente Ede een voormalig defensieterrein (Franse Kamp) waar de natuur zich op verrassende wijze ontwikkelt. Het gebied is beperkt, zo’n vier hectare, maar is veelzijdig als het gaat om flora en fauna. Er zijn twee vijvers (voormalige blusvijvers), ruigteopslag, heide, wat oude bomen en het gebied wordt omgeven door naaldbos. Met andere woorden: een gevarieerd gebied op relatief kleine schaal.

Een op de vier dieren op aarde is een kever

De vrijwilligers van de werkgroep A Rocha Bennekom willen graag alles weten over dit bijzondere stuk natuur. Er is veel moois en bijzonders te vinden en ieder heeft zijn eigen specialiteit. In de zomermaanden is er al onderzoek gedaan naar de nachtvlinders op het terrein. En ook daar waren zeker verrassingen bij! Zo ontstond ook de vraag naar een inventarisatie van de kevers. Geen gemakkelijke vraag, want wetenschappers hebben meer dan 350.000 soorten kevers beschreven. Tot nu toe! Dat betekent dat een op de vier dieren op aarde een kever is. Maar Frank van Nunen, van de insectenwerkgroep Ede-Wageningen, wilde de uitdaging graag aangaan.

Keverzoeker en keverkenner met paraplu

Frank van Nunen met keverval

Frank is keverzoeker en keverkenner (coleopteroloog). In het afgelopen jaar was hij eenmaal per maand te vinden in het gebied van de Franse Kamp. Soms gewapend met een schepnet, soms met een omgekeerde paraplu of met andere attributen. Zo kon hij diverse inventarisatietechnieken inzetten om te bepalen hoeveel keversoorten er op het terrein voorkomen. In de zomer gebruikte hij vooral het sleepnet omdat veel insecten dan actief zijn en gemakkelijk te vangen zijn. De omgekeerde paraplu (een zogenaamd klopscherm) werd onder een tak gehouden en als er op de boom getikt werd, vielen er al heel veel soorten naar beneden. Ook maakte hij gebruik van bodemvallen, de zogenaamde potvallen. Dit zijn ingegraven bekers met een afdakje erboven tegen regen en bladval. Op deze wijze worden vooral de levende kevers die op de bodem rondlopen geïnventariseerd. In de zomermaanden nam Frank ook regelmatig een telescoophengel mee zodat hij makkelijk een flesval in de boom kon bevestigen. De flesval werd gevuld met een lokstof, zoals wijn, bier of gistend fruit. Zo kreeg hij een goed beeld van de levende kevers in de bomen. In het voorjaar en in de wintermaanden werd vooral bodemstrooisel en mos gezeefd en werd er bij de blusvijvers met een waternet gewerkt. Opmerkelijk is dat er in alle jaargetijden kevers te vinden waren. De meeste kevers leiden een relatief verborgen bestaan, b.v. in mierennesten in toppen van bomen of in de strooisellaag op de bodem. Voor bezoekers al niet makkelijk op te merken, maar zelfs voor een keverkenner als Frank een uitdaging!

In het donker

Er zijn kevers die het daglicht schuwen en vooral in gangen en spleten in de bodem leven. Maar ook die kevers zijn te inventariseren. Naast de stam van een dode eik plaatste Frank buizen met gaatjes met daar onderin een precies passende beker met een lokstof. Alle vallen werden telkens na enkele dagen geleegd en voorzien van verse lokstof. Twee maal werd er op een zomeravond, in het donker, geïnventariseerd. Er werd een wit laken opgehangen met een UV-lamp ervoor. Hierdoor worden insecten aangetrokken en kunnen ze goed worden bekeken. De resultaten worden dan nauwgezet genoteerd.

Herontdekte kever: de truffelkever!

De herontdekte Choleva spadicea, een truffelkever

Frank is in 2022 het hele jaar actief geweest op het terrein en heeft 5000 kevers waargenomen en gedetermineerd. Dat leverde een prachtig resultaat op: 522 soorten kevers. Dat is iets meer dan 12 procent van alle bekende Nederlandse soorten! De meeste mensen kennen wel het lieveheersbeestje, de meikever, de glimworm of de boktor. Maar heel veel langer wordt de lijst meestal niet. Van veel kevers (Latijnse naam: Coleoptera) is alleen de wetenschappelijke naam bekend en maar een beperkt deel heeft een Nederlandse naam. Zo was er sinds 1967 in Gelderland geen enkele waarneming geweest van de Choleva spadicea (Sturm), een soort truffelkever. Geweldig boeiend dat juist op het gebied van de Franse Kamp van A Rocha Bennekom deze kever na meer dan 50 jaar herontdekt is. Deze soort wordt vaak aangetroffen in ondergrondse nesten van mollen en muizen.

Opvallende kevers

De meest waargenomen keversoort is de bijna 2 cm. grote bosmestkever (Anoplotrupes stercorosus). Deze zwartblauwe mestkever werd overal in het terrein aangetroffen en vliegt bij mooi weer ook regelmatig over het terrein. Deze kever zou zelfs bezoekers kunnen opvallen! De slakkenloopkever is een opvallende verschijning. Deze soort heeft een kegelvormig lichaam en is vrij groot. Het voedsel van deze kevers bestaat uit huisjesslakken. Met hun taps toelopende voorkant kunnen ze makkelijk bij slakken die zich in een huisje hebben teruggetrokken. In en om mierennesten werden soorten waargenomen die op de een of andere manier samenleven met mieren. Vaak profiteren deze soorten, zoals de bruine mierenroofkever, van schuilmogelijkheden en van de aanwezige voedselresten of ze laten zich enigszins verzorgen.

Het ‘egeltje’ – Hispa atra

Een mooie vondst was ook het ongeveer 4 mm grote ‘egeltje’ Hispa atra. Het lichaam van dit exotisch uitziende kleine zwarte kevertje is aan de bovenkant helemaal bezet met gevaarlijke stekels en het was ook voor Frank een bijzonder moment om dit juweeltje aan te treffen. Dat er zoveel soorten kevers gevonden zijn, komt ook door de grote diversiteit van de aanwezige biotopen op het gebied van Franse Kamp. Een uitdaging om deze afwisseling van landschapselementen te behouden. Zo zou de trosvlierstruik, waarvan er maar een te vinden is op het terrein, zeker behouden moeten worden. Hier leeft het bastaardglanskevertje op. Zou de trosvlierstruik verdwijnen, dan ook het bijzonder kevertje.

Tot slot

Frank van Nunen wordt hartelijk bedankt voor zijn inventarisatie van de kevers op het gebied van de ‘Franse Kamp’, evenals zijn  twee collega-coleopterologen Theodoor Heijerman en Ruud Jansen die de waarnemingen met hem deelden.

Voor meer informatie of het volledige onderzoek kan er gemaild worden met Frank van Nunen fvannunen@planet.nl of met Bennekom@ARocha.org.

Tekst: Wilma van de Veen