Een aards kerstdiner

Word jij er ook al moe van? Overal die dikke magazines en reclames voor de meest luxe gerechten?
Dit jaar ga ik voor “BODEM”, het jaarthema van A Rocha. Waar liggen mijn diepste herinneringen, wat wil ik in ieder geval klaarmaken?

Een maaltijd, in het geval van 25 of 26 december een diner, brengt ons samen, we praten en lachen. We praten in ieder geval over het eten! Mijn kerstdiner bestaat uit vier gangen:

Bodempje
Droge aarde met een heerlijk smeerseltje. Neem voor elke tafelgast een droge cracker en maak een hummus van aardappelen uit onze Nederlandse bodem.
Tip: de aardappelhummus van Seppe Nobels (lekkerbijons.be). 

Pastinaaksoep
Bij dit recept zal ik vertellen over mijn bezoek aan onze dochter in Ierland, want ik ga graag naar buitenlandse supermarkten. Ik kocht pastinaak, die daar volop te koop was. Langzamerhand wordt deze vergeten groente ook in Nederland herontdekt. In Ierland was het – naast de winterwortel – voedsel dat iedere Ier toch kon verbouwen of betalen in de moeilijke tijd rond 1850.

Dit is het recept: 

Smoor 500 gram pastinaak + 2 sjalotten + 1 teen knoflook + 1 theelepel karwijzaad in een klont boter. Doe er daarna 1 liter bouillon bij, laat koken en maak af met 2 eetlepels mosterd, eventueel wat peper en zout, pureren, en klaar. 

De luxere variant van Jeroen Meus vind je op Pastinaaksoep | Dagelijkse kost

Stamppot Oranjebodem
Dit kregen wij eens als diner – een bedankje voor een mooie tijd met een gast in huis. 

Je kookt in een grote pan 1 kilo winterwortelen en 1 kilo zoete aardappelen. Als alles gaar is, afgieten in een vergiet. Dan stamp je de groenten door elkaar en voeg je nog 200 gram zongedroogde tomaatjes, 200 gram zachte geitenkaas en 300 gram verse spinazie toe. De olie van de tomaatjes kun je gebruiken om er een smeuïg geheel van te maken. Warm serveren!

Mississippi Mud
Bij het toetje/dessert moet ik denken aan de natte aarde: modder. Ik zou daarvoor een Mississippi Mud maken van 24Kitchen, of een plaat brownie. Chocolade is duur op dit moment, maar Laura’s Bakery vermeldt een recept met cacao (brownies zonder chocolade) en bij de Albert Heijn vind je een vegan brownies-bakmix.

Maak er een heerlijk en eerlijk diner van met goede gesprekken in een prima sfeer. 

Janneke Roor-Karssen

Janneke is al vanaf haar veertiende betrokken bij de natuur. Eerst via de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden en sinds 2010 via A Rocha Heuvelrug. Ze is sinds kort gepensioneerd leerkracht en heeft nu alle tijd voor hobby’s als koken, bloemschikken en werken in de natuur. Misschien ontmoet je haar als kok op een A Rocha Inspiratieweekend of onze natuurwerkweek in Frankrijk. Janneke verzorgt graag een duurzame kookworkshop in jouw kerk of werkgroep. Ze is bereikbaar via info@arocha.org

Grond verbindt

In de A Rocha zomerweek gaan we kamperen en aan de slag voor de schepping. Iedere ochtend doen we onder begeleiding van de boswachter natuurwerk op de hei en in het bos. Zo helpen we de biodiversiteit.

De deelnemers van de zomerweek zijn van diverse leeftijden en komen uit het hele land. Het thema van de A Rocha zomerweek 2025 was GROND.
Ik had wel eens gehoord over Henry Mentink die in 2022 een soort pelgrimage met kruiwagen maakte. Hij liep van Varik naar het kantoor van UNESCO, met als doel de hele aarde op de erelderfgoedlijst te krijgen.
Als een symbolische daad bracht hij lopend een kruiwagen met grond van Nederland naar Parijs. Overal op zijn tocht vroeg hij aandacht voor het doel van zijn krui-tocht, en gaven mensen hem een schepje grond mee.

Die gedachte. De hele aarde als werelderfgoed. Alle grond beschermwaardig. Heilig, op een bepaalde manier. Mooi vind ik dat.
In de uitnodiging aan de deelnemers van de A Rocha zomerweek 2025 schreef ik: neem een handvol grond mee van de plek waar jij woont. Uit de tuin, uit de moestuin, uit de omgeving of het bos waar je altijd wandelt. Ze wisten niet waarom. Ze deden het toch.

In een kring zaten wij, en ik vertelde het verhaal van Henry Mentink. Iedereen mocht vertellen: welke grond heb je mee? Wat is het voor grond en wat is jouw connectie daarmee?
Er was grond uit de moestuin van Emmy uit Hengelo. Haar moestuin is als een tweede thuis. Ze verbetert haar grond, door te mulchen. Er zaten bladeren in, en ook wat schapenwol. Er was grond uit Sliedrecht. Deze familie had een eigen moestuin bij het huis. Daar waren ze mee gestopt vanwege de PFAS van Chemours, waar ze naast wonen. Er was kleigrond uit de Flevopolder, en rulle grond van de boerderij in Rheezerveen, ingebracht door een familie met een verhuizing voor de boeg. Nog iets van thuis, en iets van de boerderij die straks hun thuis wordt. Meer grond om voor te zorgen, ze kijken ernaar uit. Er was zandgrond uit Den Haag, vervuild, zelfs met stukjes glas erin. Met het verhaal van Gerrie en Roel, die met allerlei initiatieven hun wijk proberen groener te maken. Zij geloven stug dat de kleine beetjes ertoe doen, in Gods koninkrijk. Er was grond uit Nijkerk, ingebracht door Jeen. Dit is grond uit de tuin van zijn moeder. Sinds zijn vader gestorven is, zorgt Jeen voor de tuin.
De kinderen wilden het voelen, met de vingers ervaren hoe de rulle grond van de Utrechtse Heuvelrug verschilt van de klei uit de polder, en hoe de vervuilde zandgrond anders is dan de mulch uit Hengelo. Daarna hebben we de grond gemengd en er zaadjes van tuinkers op gelegd. Aan het eind van de week aten
we ervan. Het was bijzonder om de grondverhalen te horen. Ieder heeft een andere verbinding met de grond waar hij of zij leeft. Het werkte verbindend, elkaars verhaal te leren kennen.

In de bijbel schrijft de profeet Jeremia hoe we ons kunnen verbinden met de grond waarop we wonen. Het is belangrijk, zegt hij, in zijn ‘brief aan de ballingen’. Want ook als je niet op je geboortegrond leeft, is het de aarde die jou draagt en de grond die jou voedt. God zegent je op de plek waar je bent, en hij wil ook via jou voor de omgeving zorgen.

U moet huizen bouwen en daarin gaan wonen, tuinen aanleggen en er de opbrengst van eten; u moet trouwen en kinderen krijgen, vrouwen kiezen voor uw zonen en uw dochters uithuwelijken, die op hun beurt weer kinderen krijgen. Zorg dat u groter wordt in aantal, niet kleiner. Zet u in voor de welvaart van de stad waarheen Ik u verbannen heb, en bidt voor haar tot de Heer, wat van haar welvaart hangt uw welvaart af. – Jeremia 29: 1-14

– Leef jij op je geboortegrond?
– Hoe ben jij verbonden met je woonplek?
– Voel jij je verbonden met de grond waar je woont? Op welke manier wel/niet.

Ook in 2026 houden we weer een zomerweek.

Thea de Ruijter

Thea de Ruijter is samen met Stefan van der Leeden, Nico Smith en Astrid Smith host van de zomer natuurweek.

Kostbare bodem

In 2025 staat A Rocha stil bij het thema ‘Bodem’. Wat kan de bodem ons leren? En hoe kunnen wij er op een duurzame manier mee omgaan? Elke maand publiceren we een blog waarin verschillende schrijvers vanuit hun expertise iets delen over dit veelzijdige thema. Deze maand schrijft Jeroen Bakker over de diepere lagen van de bodem.

Ik las laatst het boek Het geheime leven van bomen van de Duitse boswachter Peter Wohlleben, een boeiend boek over de verborgen dynamiek van bossen. Maar het was een kort tussenzinnetje over ‘bodem’ dat me aan het denken zette. We staan niet zo vaak stil bij grond, maar het is eigenlijk best bijzonder. Het kost een proces van eeuwen om gesteente fijn te malen tot zand, en om dat door de toevoeging van organisch materiaal en ontelbare levende diertjes millimeter voor millimeter om te zetten in ‘aarde’. Aarde – de naam die we ook aan deze planeet hebben gegeven, maar de bodem waar we daadwerkelijk op kunnen leven is maar een flinterdun afzetsel op de huid van een enorme bol van grotendeels gesmolten steen. Zonder aarde geen bodem, geen bos, geen landbouw, nauwelijks natuur en in elk geval geen mens.

Aarde is verrassend kwetsbaar. Het duurt eeuwen om te maken, en al die tijd moet het zorgvuldig bewaard worden. Eerst opgevangen in bergkommen en dalen, vakkundig vastgehouden door de wortels van de planten die erop groeien zodat het stukje bij beetje uit kan breiden.

En als het weg is, is het weg. Erodeert de grond, spoelt die kostbare aarde naar de zee, dan zijn we het kwijt. Ik las laatst ergens dat we op het moment in een veel groter tempo aarde kwijtraken dan dat het aangemaakt wordt. De aarde wordt steeds meer rotsvlakte en woestijn.

We moeten de grond onder onze eigen voeten leren koesteren, en het boeiende is dat we daarvoor het leven waarmee we die bodem delen moeten leren liefhebben.

Als mensen nemen we de bodem waar we op leven vaak voor lief, we zijn ons er niet van bewust dat die bodem niet alleen de basis vormt voor het leven dat daarin geworteld is, maar daardoor ook in stand gehouden wordt. We moeten de grond onder onze eigen voeten leren koesteren, en het boeiende is dat we daarvoor het leven waarmee we die bodem delen moeten leren liefhebben. Juist het leven dat zo anders is dan wij. De bomen met hun ritme van eeuwen, hun taal gesproken in geur en gefluisterd in ondergrondse schimmelnetwerken. Maar ook de aaltjes en de springstaarten, borstelwormen en mosmijten waarvan in een handje bosaarde meer zitten dan er levende mensen zijn op deze planeet.

Dit is een van de concrete uitdagingen waar we in deze tijd voor staan. Maar ik heb het gevoel dat het ook een passend symbool is voor de uitdagingen van het leven in dit tijdvak in bredere zin. In een tijd waarin de grond onder onze voeten lijkt te worden weggeslagen, geërodeerd door haat, weggespoeld door wanhoop en angst, is het aan ons om die grond juist te koesteren. Ook wij kunnen bomen zijn die de grond met hun wortels vasthouden, of helmgras dat door koppig stand te houden duinen opwerpt tegen de stijgende zee. Niet per se omdat we zeker weten dat het dan allemaal goed komt, maar omdat we willen houden van het kostbare weefsel waar ons leven aan ontsprongen is, en geloven dat het de moeite waard is om te houden van de vreemde medeschepselen waar we dat leven mee delen.

 

Jeroen Bakker is theoloog en werkt als predikant in Dronten.

Hoe gezond is jouw bodem? Doe de sokkenproef!

In 2025 staat A Rocha stil bij het thema ‘Bodem’. Wat kan de bodem ons leren? En hoe kunnen wij er op een duurzame manier mee omgaan? Elke maand publiceren we een blog waarin verschillende schrijvers iets delen over dit veelzijdige thema. Deze maand vertelt Petra over Crofton over de sokkenproef. Hoe gezond is jouw bodem?

 

Een goede bodemkwaliteit is heel belangrijk voor zowel planten als beestjes (biodiversiteit), de opname van broeikasgassen, maar ook voor wateropslag en een geslaagde moestuin. En: hoe meer bodemleven, des te beter de structuur van de grond. Dit is goed voor zowel de waterhuishouding als de stabiliteit van gebouwen. Een gezonde bodem betekent namelijk dat de grond niet inklinkt en huizen en wegen minder snel verzakken of overstromen.

De vraag is: is jouw bodem gezond of zit er soms een luchtje aan? Test het met de sokkenproef!

Doe de proef!

Je hebt nodig:

  • Een paar katoenen sokken (of een zakdoek, hemd of iets dergelijks), dat je in tweeën knipt.
  • Twee stukjes bodem waar je mag graven – bijvoorbeeld in je (moes)tuin.

Let wel: zorg dat je testmateriaal van ongebleekt katoen is. We gaan testen hoeveel hongerige beestjes er in de bodem zitten en dat kan alleen als we katoen gebruiken. Katoen bevat namelijk cellulose: een lekkernij voor duizendpoten, wormen, pissebedden en zelfs schimmels en bacteriën. Ofwel: alle nuttige bodembewoners. Van nylon en polyester moeten ze niets hebben, dus check waar je sokken van gemaakt zijn! 😉

 

Methode:

Stap 1 – Kies je testbodem: een plek waar je denkt dat er veel bodemleven is, en een ander plekje waar waarschijnlijk minder diertjes en schimmels zitten.

Stap 2 – Graaf een gat van 20 centimeter, leg daar je katoenen sok in en strooi de opgegraven aarde netjes terug. Markeer de plekjes met een metalen of houten stokje dat je goed de grond in duwt.

Stap 3 – Wacht 6 tot 9 weken en graaf je kledingstuk dan weer op.

Stap 4 – Wat zie je? Vergelijk de hoeveelheid opgevreten katoen (‘slijtage’) op beide plekken en kijk ook eens (met een loepje en zoekkaart) wat er in de stukjes bodem leeft. Wat valt je op? Hoe minder er van je sokken of hemdje over is, des te beter de grond!

Stap 5 – Hoe kun je een ‘lege’, dooie bodem nieuw leven inblazen? Nou, laat allereerst je bladafval lekker liggen, want daarmee verrijk je je bodem. Je kunt ook wat koffieprut (of zelfgemaakt gft-compost) op de bodem strooien, want daar zijn bodembeestjes dol op. En: hoe minder de bodem verstoord wordt door bijvoorbeeld ploegen en graven, des te beter schimmels en bodemdiertjes zich kunnen vestigen.

 

Je eigen mini-ecosysteem

Zodra je bodem gezonder is gaat het ook beter met ander leven: planten, bomen, vogels en andere insecteneters! Zo bouw je je eigen mini-ecosysteem in de tuin en draag je bij aan klimaatverbetering. En als je je gezonde bodem als moestuintje gebruikt, dan levert het ook nog eens meer groente en fruit op. Succes, en veel plezier!

 

Wist je dat…

Gezonde bodems met plantenwortels slaan veel CO₂ op. Hoe meer plantendiversiteit, hoe meer opslag.

Er zijn bodems die ‘arm’ aan voedingsstoffen zijn (‘schrale bodems’), zoals duinzand en rotsbodems. Deze bodems barsten de plantensoorten en het is belangrijk om dit zo te houden; compost toevoegen verpest hier juist de biodiversiteit.


 

Petra Crofton schrijft kinderboeken en lesmateriaal over natuur, wetenschap en geloof – waaronder Het geheime dagboek van eco-girl Christi.

De schimmels komen!

“Hé Anita, kijk hier eens: wat een gaaf paddenstoeltje staat hier onder deze struik.” We gaan op onze hurken zitten en verwonderen ons samen over het kleine grijze paddenstoeltje met op zijn hoed witte sliertjes, die op kant lijken.

Het is heerlijk om doelloos en traag door het VoedselBos te lopen en steeds meer oog te krijgen voor alle toffe details die je dan opeens opvallen. De knalroze kleine bloemetjes van de kardinaalsmuts bijvoorbeeld, die in de herfst nog eigenwijs aan de takken hangen en kleur geven aan een kaal wordend landschap.

Een berichtje op Insta met wat paddenstoelenfoto’s levert een reactie van onze landschapsarchitect die het voedselbos ontworpen heeft, op: “Ha de schimmels komen! Gaat het goed?”

Ja, inderdaad de schimmels komen. Er zijn nu, na 2,5 jaar bomen planten en de bodem voeden, al veel meer verschillende paddenstoelen te zien. Goed nieuws dus. “Door verzuring, overbemesting en verdroging”, zo las ik laatst, “is de populatie paddenstoelen sterk achteruitgegaan.”

Veel mensen houden niet van paddenstoelen in hun tuin of in het gazon. Toch is het juist een teken dat de schimmels onder de grond goed gedijen en je een actief bodemleven hebt. Paddenstoelen vormen een sleutelrol in veel ecosystemen – en zeker in bossen.

In ons VoedselBos voeden we de bodem actief. Bijvoorbeeld met houtsnippers, bladcompost, wormenmest en brandnetelgier. Ook planten we pioniersbomen naast de voedselbosbomen en -struiken. De wortels van de bomen en struiken gaan een samenwerkingsverband aan met de schimmels. Via de schimmeldraden worden voedingsstoffen uitgewisseld. De plantenwortels geven de schimmeldraden suikers en krijgen moeilijk bereikbare stoffen zoals fosfor, zink, stikstof en kalium terug. Dit komt ten goede aan de gezondheid van de boom. Het bodemleven bestaat, naast schimmels, uit nog ongelooflijk veel meer leven; van nematoden en protozoa tot de meer bekende wormen en pissebedden. En ja, we stappen steeds regelmatiger ook over molshopen heen.

We moeten af van de aangeharkte tuinen zonder bladeren, paddenstoelen, rommelhoekjes en molshopen. En als je dan doelloos en traag een rondje door je tuin maakt, zal je verrast zijn wat een moois je ziet. Gemaakt om van te genieten.

 


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.

Een groene Sinterklaas

Het was nog maar begin oktober toen er alweer een dik speelgoedboek door onze brievenbus viel. Gelukkig was ik er als eerste bij en kon ik het nog even verstoppen. Het cadeautjes-seizoen probeer ik altijd zo lang mogelijk uit te stellen: voor je het weet slingeren er overal uitgeknipte verlanglijstjes door het huis en zijn de verwachtingen huizenhoog gestegen.

Ik vind Sinterklaas altijd een beetje een dubbel feest. Het verhaal van een goedheiligman die arme kinderen beschermt en geschenken aan hen uitdeelt, is prachtig. En een gezellige avond met gedichten, surprises en cadeautjes vier ik al mijn hele leven graag. Maar Sinterklaas lijkt steeds meer een over-de-top feest te worden met zo veel mogelijk snoep en cadeaus. Sinterklaas heeft tegenwoordig een hele vloot containerschepen nodig om alle goedkoop gemaakte plastic rotzooi te vervoeren naar Nederland, zodat onze kinderen het kunnen uitpakken en vervolgens in een hoekje kunnen gooien (en het na twee weken kapot in de afvalbak belandt). Dat lijkt me niet de manier waarop diezelfde kinderen nog heel lang kunnen genieten van deze aardbol.

In de afgelopen vijftien jaar heb ik daarom al heel wat manieren uitgeprobeerd om een alternatief Sinterklaasfeest te vieren. Ik deel ze graag: misschien raak je erdoor geïnspireerd om Sinterklaas dit jaar eens anders aan te pakken!

De vier-cadeautjesregel

Deze regel is vooral met jongere kinderen heel erg bruikbaar. Uit onderzoek blijkt dat kinderen bij het krijgen van drie cadeautjes eigenlijk al genoeg input hebben. Een goed idee dus om het bij vier cadeautjes te houden (waarvan twee meestal niet eens speelgoed). Die vier cadeautjes zijn:

  • Iets wat ze graag willen hebben – iets van speelgoed binnen een budget dat je zelf vaststelt. Liefst tweedehands natuurlijk.
  • Iets wat ze nodig hebben – een praktisch cadeau, zoals douchegel, tekenpapier of een mooi dekbedovertrek.
  • Iets om te dragen – dat spreekt voor zich, denk aan wanten, laarzen of onderbroeken.
  • Iets om te lezen – een mooi (voorlees)boek

Sinterklaas-in-een-dag

In ons gezin steeg de spanning in de weken voor Sinterklaas soms tot grote hoogte. Om het feest wat meer in te kaderen, bedachten we Sinterklaas-in-een-dag. We vertelden de kinderen dat Sinterklaas een feest is waarbij je iets voor elkaar doet, en dat ze daarom allemaal een cadeautje voor elkaar mochten kopen. Op een zaterdagochtend trokken we lootjes en gaven we ieder kind een klein bedrag. Vervolgens lieten we ze los in het centrum om iets voor elkaar en ons te kopen (waarbij het de sport was om elkaar niet tegen te komen). In de middag maakte iedereen een gedicht en/of surprise en rond etenstijd hadden we dan onze ‘pakjesavond’. Erg leuk, want zo ligt de focus meer op iets voor elkaar doen dan op de cadeaus. En met een klein bedrag ontstaat er vaak meer creativiteit om echt iets leuks te vinden (misschien moet je vooraf bepaalde winkels dan wel uitsluiten). Ook met jongere kinderen kan dit: onze jongste deed dan gewoon mee met een van de ouders.

Sint shopt tweedehands

Tegenwoordig is het eigenlijk niet meer nodig om speelgoed nieuw te kopen. Alles is tweedehands te koop, het vraagt alleen iets meer zoektijd. Begin op tijd met rondspeuren op Marktplaats, op Vinted, in weggeefhoeken en vergeet vooral de speelgoedruilbeurzen niet die in november vaak overal plaatsvinden.

Wanneer je lootjes trekt, kun je met elkaar afspreken dat je alleen tweedehands cadeaus koopt. In de verlanglijstjes kun je hier dan al rekening mee houden. Het is ook leuk om met elkaar naar een grote kringloopwinkel te gaan en daar rond te struinen.

Sint voor een ander

In de Middeleeuwen mochten de arme kinderen hun schoen zetten in de kerk en stopten de rijken daar iets in. Een mooi verhaal en nog steeds actueel. In de sinterklaastijd kan het ook heel goed zijn om de focus van je kinderen te helpen verleggen naar iets voor een ander doen. Misschien kun je ze aanmoedigen om iets van hun eigen speelgoed te doneren aan een speelgoedbank, kunnen jullie meedoen aan een schoenendoosactie, een kerstpakkettenactie of een bananendoos vullen.

 

Foto: R.F. (Roel) Jorna (bewerkt)


Hannah Zandbergen

Hannah (40) is getrouwd en moeder van drie zoons. Ze is freelance journalist en auteurscoach. Ze is eindredacteur van het christelijke opvoedmagazine Sestra mama. Onlangs schreef ze het Goedenachtboek, een boek dat kinderen helpt om voor het slapengaan tot rust te komen.

Vrede met de natuur

Peter Jan de Vries is Adviseur zorg voor de schepping en namens A Rocha Nederland aanwezig op de Biodiversiteitstop COP16. Hij deelt hier zijn ervaringen met ons.

Overal om me heen staan mensen, het is een zee van kleuren en vormen, een kakofonie van talen. Er zijn mensen in hele nette kleren, in pak, losjes gekleed en in traditionele kledij. Ergens in de mensenmassa zie ik de woorden ‘care for creation’ op een T-shirt staan. Het is bemoedigend om te zien dat ook de kerken hier goed vertegenwoordigd zijn en hun stem kunnen laten horen.

Samen met mensen van over de hele wereld sta ik hier te wachten om de zaal binnen te gaan waar de Biodiversiteits COP16 geopend zal worden. Het doet me denken aan Openbaring 7:9 waar staat: “Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam.”
Iets om naar uit te zien en eens is het zover, maar nu zijn we nog hier in Cali, Colombia met bijna 200 landen samen en staan we voor één van de grootste uitdagingen van onze tijd, een halt toeroepen aan het verlies van natuur, ecosystemen en biodiversiteit. Op dit moment worden ongeveer een miljoen soorten met uitsterven bedreigd, voornamelijk door menselijk ingrijpen.
Tijdens de opening komen verschillende sprekers aan het woord met tussendoor dans en zang uitgevoerd door verschillende inheemse groepen. Dit brengt de nood van de natuur heel dichtbij.

Het thema van COP16 is ‘Vrede met de natuur’ en dat is een mooie slagzin, zeker vanuit de hoek van Colombia, waar al zolang zoveel mensen het slachtoffer zijn geworden van geweld tussen gewapende groepen en het leger. Ze weten hier hoe moeilijk het is om vrede te sluiten, maar ook hoe nodig dat is om verder te kunnen met elkaar. En zo moeten we als wereld ook vrede sluiten met de natuur, want we kunnen niet verder zonder elkaar.
Inheemse groepen hebben weinig stem tijdens de vergaderingen, maar zijn sterk vertegenwoordigd in nevenevenementen. Het betrekken van inheemse groepen bij behoud van ecosystemen en biodiversiteit wordt ook steeds meer als fundamenteel gezien en dat is een goede ontwikkeling.

Bid voor wijsheid voor de afgevaardigden om tijdens deze COP inderdaad gericht te zijn op ‘vrede sluiten met de natuur.’

Zorg voor een fazantenkuiken

22 gram, noteert Anita. Mooi, Lyhyt is weer een gram aangekomen sinds gisterochtend. Nog even proberen of hij zelf ook uit het voerbakje eet als het in zijn hok staat.

In mei verstoorden we per ongeluk het nest van een fazantenhen en haar eieren. Ze kwam helaas niet terug, waarop we besloten om naast de zorg voor bomen en planten de zorg voor deze eieren op ons te nemen. Na 25 dagen in een geleende broedmachine ontdekten we de eerste barsten in een van de eieren. Een dag later kroop het eerste Ukkie uit het ei. Wat een wonderlijk gezicht, zo’n mini vogeltje dat zich uit een ei vecht, met aan elkaar geplakte veertjes. Twee dagen later kroop nummer twee er ook uit; hem/haar noemden we Lyhyt.

Lyhyt bleek een gehandicapt fazantje; één pootje zat in een vreemde hoek aan z’n lijfje vast, waardoor hij niet goed kon staan. Dus maakten we spalkjes. We voerden hem kippenkuikenvoer, gedroogde insecten en later levende krekeltjes die we buiten in het gras vingen. We hielden als een waar consultatiebureau zijn groei in gewicht bij.

Net als Ukkie leeft Lyhyt helaas niet meer. We hebben ruim zeven weken voor hem gezorgd. Maar hoe bijzonder wat we van en door dit vogeltje hebben geleerd. Zo’n teer, kwetsbaar vogeltje in je handen, die vol vertrouwen tegen je aankruipt en in slaap valt op zoek naar warmte en beschutting.

We bedachten hoe zo’n klein diertje ook een hartje heeft dat klopt, en hersentjes. En we zagen hoe dons plaatsmaakte voor echte veertjes. Hoe wonderlijk zit elk levend wezen in elkaar, en wat een levenskracht zit erin. Wat bijzonder dat God dat zo gemaakt heeft, en dat ook dit vogeltje zijn aandacht heeft.

Met onze handen planten we bomen in het VoedselBos, hanteren we hamer en boormachine en doen er allerlei ruige dingen mee. Met onze handen hielden we Lyhyt vast, heel voorzichtig. Hij manoeuvreerde zich zo dat hij lekker lag, liet z’n koppie op een duim rusten en z’n oogjes vielen dicht. En zo bedachten we ook dat God ons in zijn handen houdt. Misschien wel net zoals wij Lyhyt vasthielden, met liefde en tederheid. Omdat wij kwetsbare mensen zijn en God van ons houdt. En ook Gods handen doen sterke dingen, zoals het handhaven van recht en waarheid. Ook daarom mogen we ons veilig voelen bij Hem.

“Kijk dan: die fazant hipt heel gek!” We remmen af op een single track road in Schotland en zien een fazant met een manke poot; hij hipt op z’n andere poot over de weg. Bijzonder dat we dat nu net zien, na onze zorg voor Lyhyt.


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.

Meer dan honing: de impact van bijenhouders op mens en dier

Er wordt geschat dat ongeveer een derde van het voedsel dat we eten afhankelijk is van bijenbestuiving. Als bijen op zoek gaan naar nectar en stuifmeel, brengen ze stuifmeel over tussen planten. Daardoor kunnen planten zich vermenigvuldigen en vruchten en zaden produceren. Dit onmisbare ecologische systeem bevordert niet alleen de biodiversiteit, maar ook de voedselproductie voor mens en dier.

Bijenteelt – het in stand houden van bijenkolonies, meestal in door de mens gemaakte bijenkorven – is heel nuttig. Het is goed voor de biodiversiteit, de gezondheid van bestuivers (dat zijn bijen, maar bijvoorbeeld ook zweefvliegen), en het ondersteunt duurzaam leven. A Rocha-organisaties over de hele wereld zijn bijenteeltprojecten gestart. Deze projecten zijn gericht op het promoten van duurzaamheid, het ondersteunen van gemeenschappen en het behouden van natuurlijke habitats.

A Rocha Kenia begon onlangs een duurzaam bijenteeltproject in het Dakatcha Natuurreservaat, met de aangrenzende gemeenschappen. Het project introduceert bijenteelt bij lokale boeren, en op scholen in Dakatcha krijgen leerlingen onderwijs over bestuivers. Leerlingen van tien scholen deden mee aan de milieu-lessen, waarbij ze bestuivingsvriendelijke tuinen cultiveerden om de bijenpopulaties te ondersteunen. Daarnaast werden vijftien boeren getraind in bijenteelttechnieken en kregen ze bijenkorven, wat bijdraagt aan zowel natuurbehoud als economische empowerment in de regio.

A Rocha Zuid-Afrika startte een bijenteeltproject waarbij de nadruk lag op het levensonderhoud en natuurbehoud van de gemeenschappen. Het opleiden en ondersteunen van gemeenschapsimkers leidt tot duurzamere inkomens en beter milieubeheer. Deze aanpak komt niet alleen de bijenpopulaties en de bestuiving ten goede, maar versterkt ook de relaties tussen gemeenschappen en natuurreservaten, waardoor ecologisch kwetsbare gebieden worden behouden.

De bijenteelt in Ghana versterkt gemeenschappen op economisch vlak en bevordert de bestuiving. In Zwitserland zorgt ​​de bijenteelt voor het behoud van droge weidegronden, wat een positieve invloed heeft op de biodiversiteit. A Rocha UK onderwijst mensen over bestuivers in het stadsgemeenschapsreservaat Wolf Fields, A Rocha Tsjechië biedt een leefgebied voor bijen met ‘insectenhotels’ en A Rocha Libanon bouwt kasten van stampleem en recyclet bijenwas.

Al deze bijenteeltprojecten benadrukken de cruciale rol van bijen in het behoud van biodiversiteit wereldwijd. Het gaat niet alleen om honing; het gaat over het behoud van ecosystemen, het bevorderen van duurzame bestaansmiddelen en het verzekeren van een mooie toekomst, voor zowel de natuur als de maatschappij.

 

 

Dit bericht is in het Engels verschenen op 4 april 2024 op: https://arocha.org/en/beyond-honey/

Wildplukken verbindt met de schepping

Een salade met bloemknoppen van brem, een boterham met kaas en een smakelijke versiering van de rode klaver of een pesto van zevenblad. Allemaal heel smakelijk!

Tijdens (belevings-)wandelingen met groepen mensen laat ik hen graag iets proeven uit de natuur. Voor veel mensen is het verrassend wat er allemaal te eten valt uit de natuur. Dat je van brandnetels soep kunt maken, is wel bekend. Maar verder… En daar begint meteen een dilemma. Want hoe enthousiast maak je mensen voor eetbare natuur? Die brandnetel is misschien een lastige plant in de tuin, maar wel een waardplant voor diverse vlinders. En van de bloemen van de wilde lijsterbes kun je heerlijke limonade maken (net als van de vlier), maar zonder bloemen geen bessen – en dat is wel jammer voor merels, spreeuwen en kramsvogels.

Wildplukken is trendy. De sites met informatie groeit met de dag en wildplukwandelingen zijn er te over. Dus is het van belang dat er aandacht is voor de ethiek van het wildplukken: ‘Alleen plukken waar overvloed van is en wat niet beschermd is’. Dat vraagt kennis van eetbare natuur. Maar het is ook een enorme kans om mensen zich meer te laten verbinden met de schepping!

Nu ben ik opgegroeid te midden van de natuur en wist ik altijd al wel dat er iets te snoepen viel tijdens een wandeling: een braam plukken, zuigen aan de bloem van de kamperfoelie of een blaadje van de zuring eten. Hoe meer ik ontdekte dat er zo veel eetbare natuur bestond, hoe rijker het voelde. Ik werd steeds enthousiaster om te weten wat je kunt eten. Aan de ene kant is het wonderlijk dat we er zelfs op het platteland maar beperkt mee zijn opgegroeid, aan de andere kant groeit de verwondering met de ontdekking wat er allemaal eetbaar is in de natuur. De schepping wordt zo verrassend meer bijzonder en daardoor groeit de dankbaarheid jegens de Schepper.

Zelf eet ik beperkt uit de natuur. Maar het kennen van de mogelijkheden en anderen daarop wijzen, geeft mij al een soort ‘verzadiging’. Het zou mooi zijn als er meer voedselbossen zouden komen, zodat er meer mogelijkheden zijn om met eetbare natuur aan de slag te gaan. En wil je zelf eens op ontdekkingstocht met eetbare natuur, kijk dan naar een plek waar een bepaalde soort ruim aanwezig is. Check via een app of een boek of het geplukte inderdaad eetbaar is. Veel soorten doen het goed in salades en leren je ook om de smaken te kennen en te waarderen. Het zoeken en bereiden van eetbare natuur vraagt zeker tijd en aandacht. Maar daarna is het genieten van nieuwe smaken en mogelijkheden!

Wilma van de Veen

'Ik heb het geluk gehad op te groeien te midden van de natuur (Buurtschap Appel bij Nijkerk). De veelkleurigheid van de natuur was altijd vanzelfsprekend en tegelijkertijd altijd bijzonder… Ik werd natuurgids en werd actief bij A Rocha Bennekom. Ook kun je me tegenkomen bij www.natuurlijkwandelenenmeer.nl voor teamuitjes, bezinningswandelingen etc.’.