Vogels in je buurt
Deze week ga je op zoek naar vogels in je buurt. Er staan vijf opdrachten of uitdagingen voor je klaar, één voor elke werkdag. Of bewaar een paar opdrachten voor het weekend, dat kan natuurlijk ook.
Het maken van de opdrachten hoeft niet veel tijd te kosten. Elke dag even naar buiten (15-30 minuten) en daarna thuis nog even aan de slag is genoeg. Je kan er natuurlijk ook meer tijd voor nemen, of minder opdrachten doen.
De nature challenge van deze week kun je ook hier downloaden: Week 1 – Vogels in je buurt.
Handige links bij de opdrachten
- In de online vogelgids van de Vogelbescherming vind je alle ruim 300 vogelsoorten die in Nederland voorkomen.
- Of download de app Tuinvogels, dan heb je de 93 meest voorkomende soorten bij de hand.
- Wil je vogels nog beter leren herkennen? Dan kun je ook een gratis online vogelcursus doen.
Tip: deel elke dag wat je ziet via #arochanaturechallenge op Twitter of Facebook!
Dag 1 – Rondje door de buurt
Wat ga je doen: een rondje lopen door je buurt, op zoek naar vogels.
- Maak een wandeling van 15-30 min., gewoon in je buurt. Luister goed en kijk om je heen.
- Hoeveel verschillende vogels kom je tegen?
- Welke geluiden maken ze?
- Welke vogels herken je? Maak een lijstje met vogelnamen.
- Welke vogels ken je niet? Probeer een foto te maken of onthoud hoe ze eruit zien en zoek het thuis op.
Tip: doe thuis eerst de postcode check van de Vogelbescherming en ontdek welke 10 vogels het meest voorkomen bij jou in de buurt. Klopt dit met wat je zelf hebt gezien?
Tip: neem een verrekijker mee om de vogels nog beter te kunnen zien. Ook is het handig om een camera en een notitieblokje met pen bij je te hebben.
Dag 2 – Vogelsporen
Wat ga je doen: op zoek naar sporen van vogels
- Maak weer een wandeling van 15-30 minuten, in je buurt, of ergens anders.
- Welke sporen van vogels kom je tegen? Denk aan een afgevallen veer, vogelpoep, een verlaten nest, een pootafdruk.
- Neem mee wat je vindt (als dat kan!) of maak een foto.
- Weet je welke vogel deze sporen heeft achtergelaten?
- Woon je in de buurt van het strand? Dan kun je op zoek gaan naar sporen in het zand. Welke vogel heeft daar rondgelopen? Zie je verschillende sporen? Kun je ze natekenen?
Tip: neem een bakje of zakje mee voor je vondsten en bewaar ze nog even. Op dag 4 kun je ze goed gebruiken!
Tip: ondertussen kun je natuurlijk ook letten op welke vogels je tijdens deze wandeling ziet. Zijn er soorten bij die je nog niet eerder zag? Schrijf ze erbij op je lijstje!
Dag 3 – Welke vogel kies jij?
Wat ga je doen: één vogelsoort in je buurt beter bekijken.
- Welke vogel komt veel voor in jouw buurt en zou je wel eens beter willen bestuderen?
- Ga op zoek naar die vogels en observeer ze een tijdje.
- Wat valt je op? Denk bijvoorbeeld aan:
- Is de vogel alleen of in een groep?
- Zien ze er allemaal hetzelfde uit, of zijn er ook verschillen?
- Waar zitten ze vooral? Op de grond, in de struiken, hoog in de lucht, of in bomen?
- Wat voor geluiden maken ze?
- Wat denk je dat ze eten? Waarom?
- Zie je ook ergens een nest? Waarom daar, denk je?
- Als je weer thuis bent, zoek dan meer informatie op over de vogel die je hebt gezien. In de online vogelgids van de Vogelbescherming vind je veel informatie.
Tip: gebruik je liever een vogelgids? Misschien heb je er wel één in huis. Voor kinderen is het boekje Vogels herkennen en observeren een leuk startpunt.
Tip: neem ook voor deze opdracht een verrekijker mee!
Dag 4 – Tekenen
Wat ga je doen: je gaat beginnen met een natuurdagboek en tekenen wat je hebt gezien of gevonden.
Het maken van tekeningen en notities in een natuurdagboek is een leuke manier om vast te leggen wat je hebt gezien of gevonden én het helpt je nog beter te kijken en te observeren. Tekentalent is niet nodig, iedereen kan het.
- Wat heb je nodig: een schetsboek/tekenblok met stevig papier, bij voorkeur met ringband. Teken- en kleurpotloden.
- Bedenk wat je zou willen tekenen. Bijvoorbeeld de vogel die je gisteren hebt bestudeerd (natekenen van een foto of plaatje in een boek of online kan ook!). Of kies voor één van de vogelsporen die je op dag 2 hebt gevonden.
- Vul een pagina met een of meer tekeningen van wat je hebt gezien of gevonden.
- Noteer op elke bladzijde in elk geval de datum en wat voor weer het was.
Tip: bij mooi weer kun je lekker buiten zitten tekenen.
Tip: geen tekenblok of tekenpapier in huis? Met gewoon papier uit de printer kom je ook een heel eind.
Dag 5 – Watervogels
Wat ga je doen: je gaat op zoek naar watervogels in je buurt.
Vogelbescherming Nederland en Sovon vogelonderzoek hebben 2020 uitgeroepen tot het jaar van de wilde eend. Daar gaat het namelijk niet zo goed mee. Nu er weer eendenkuikens zijn, kan iedereen iedereen bijdragen aan het onderzoek naar de oorzaak van de achteruitgang. Zie je een wilde eend met kuikens? Tel ze en geef het aantal door!
- Maak een wandeling naar een sloot, plas of vijver bij jou in de buurt. Kijk of je er water vogels ziet en observeer ze goed. De volgende vragen kunnen daarbij helpen.
- Hoeveel verschillende soorten zie je?
- Kun je ze benoemen? Zo niet, maak een foto en zoek (thuis) op welke soorten het zijn.
- Zie je verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes?
- Hoe blijven watervogels drijven? En waarom worden ze niet nat?
- Wat eten watervogels?
- Waar maken watervolgels hun nest? Waarom denk je?
- Als je een lijstje bijhoudt kun je de nieuwe soorten die je hebt gezien toevoegen.
Tip: eendjes voeren is leuk! Maar teveel brood is niet zo goed voor eenden. Je kunt beter voeren met mais, kippenvoer of andere granen. Kijk hier voor meer tips over het voeren van eenden.
Tip: geen watervogels in de buurt? Maak dan de opdrachten van dag 3 nog een keer, maar kies nu een andere vogelsoort.
Ideeën voor binnen
Vogels in je tuin: kijk welke vogels bij jou in de tuin zitten en bedenk wat je kunt doen om ze te helpen.
- Heb je een tuin, neem dan 15-30 minuten de tijd om (van achter het raam!) te kijken welke vogels je ziet.
- Herken je ze? Zo niet, zoek uit welke vogels het zijn.
- Maak een lijstje van de verschillende vogels die je tuin bezoeken.
- Observeer het gedrag van de vogels. Wat doen ze? Bijv. eten zoeken, drinken, nestmateriaal verzamelen, etc.
- Bedenk hoe je jouw tuin aantrekkelijker kan maken voor vogels. Je kunt het hele jaar vogelvoer aanbieden. Of een nestkastje ophangen. Ook kun je zorgen dat er water te drinken is. En zijn er genoeg plekjes waar vogels zich kunnen verschuilen, bijvoorbeeld in of onder een struik? Zo krijg je vanzelf meer vogels in je tuin!
Meekijken in nestkasten: Het is lente, dus veel vogels zijn al bezig met hun nesten of aan het broeden.
- Via de webcams van beleef de lente kun je dag en nacht meekijken wat er in de nesten van allerlei vogels gebeurt.
- Voor kinderen in de basisschoolleeftijd zijn er ook lesmaterialen ontwikkeld. Een mooie aanvulling op het schoolprogramma!
Thuis tekenen: de opdrachten van dag 4 kun je ook prima binnen doen.
- Zoek een mooi plaatje van een vogel in een boek of online en teken het nauwkeurig na. Dit helpt je om goed te observeren.
- Misschien heb je wel een veer in huis, of een gewoon kippenei. Lukt het om die na te tekenen?